Een kerk is nooit zomaar een gebouw. Ze is een uitdrukking van identiteit, zingeving en gemeenschap. Toen de Luciakerk in Ravenstein haar liturgische functie verloor, raakte dat mensen diep. De kerk stond leeg maar vooral het vertrouwen tussen parochie, inwoners en betrokken stichtingen was uitgehold. Achter onvoldoende transparantie en communicatie zat iets fundamentelers: het gevoel van verlies, van niet gehoord worden, van machteloos toekijken hoe een heilige plek zijn ziel leek te verliezen.
In januari 2024 mocht ik kennismaken met deze gemeenschap. Als facilitator van een bijeenkomst die een nieuwe start moest markeren. Met een nieuw parochiebestuur en een nieuwe pastoor. Het gevoel van verlies en machteloosheid was voelbaar en werd ook volop geuit deze drukbezochte bijeenkomst.
Kwetsbaarheid, openheid en ontvankelijkheid bouwstenen van het keerpunt
De weerstand had vele lagen. Sommigen voelden zich buitengesloten bij besluiten over verkoop en herbestemming. Anderen ervoeren verdriet omdat het afscheid van een dierbare niet hier had plaats kunnen vinden. Weer anderen twijfelden aan de intenties bij het hele proces. Die bijeenkomst was écht een keerpunt. Er werd openlijk ruimte geboden aan de gevoelens die de jaren ervoor hadden losgemaakt. En er werd in alle kwetsbaarheid spijt betuigt, niet vanzelfsprekend in een kerkelijke organisatie. Daarna volgende meer bijeenkomsten. De boekhouding werd inzichtelijk gemaakt. Er werd gesproken over tips en tops van het eerste half jaar ‘nieuwe stijl van het bestuur en de pastoor. Over hoe de gemeenschap samen tot ideeën voor de toekomst kan komen en welke argumenten een rol zouden moeten spelen in dat toekomstgesprek. Contouren van een nieuwe parochiale visie werden geschetst en mensen konden meedenken over hoe onderwerpen uit deze visie invulling te geven. Er werd verbeeld hoe een parochie zonder kerk eruit kan zien
Naar meer gedeelde identiteit, zingeving en verbondenheid
Via vier bijeenkomsten – twee in 2024 en twee in 2025 – de onverminderde inzet van pastoor en de openheid van het bestuur is er stap voor stap gewerkt aan herstel. We begonnen met luisteren. De toon verschoof van ‘tegenover elkaar’ naar ‘naast elkaar’. En het gevoel van ‘ieder dorp voor zich’ naar ‘samen één geloofsgemeenschap’. Door telkens opnieuw open te communiceren, samen te reflecteren en samen nieuw perspectief vorm te geven, groeide geloofwaardigheid. De pijn van het verlies is niet verdwenen, maar heeft plaatsgemaakt voor gezamenlijke verantwoordelijkheid. De gemeenschap bouwt weer samen aan de parochie van de toekomst: een geloofsgemeenschap met misschien minder gebouwen, maar met méér gedeelde identiteit, zingeving en verbondenheid.